Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zijn [15]haast afgeweken van den weg, dien Ik hun geboden had, [16]zij hebben zich een gegoten kalf gemaakt; en zij hebben zich voor hetzelve gebogen, en [17]hebben het offerande gedaan, en gezegd: Dit zijn uw goden, Israel, die u uit Egypteland opgevoerd hebben. 15. Te weten, straks na het opgerichte verbond; hfdst.19:, hfdst.24:. 16. Aaron heeft het gouden kalf gemaakt, of laten maken, vs.4, op het verzoek of bevel van het volk, vs.1. 17. Te weten, het kalf, en niet Mij, ofschoon zij den naam willen hebben, dat zij zulks doen, vs.5.